Het lichaam van de otter is gestroomlijnd en zeer beweeglijk. De poten zijn kort maar krachtig en tussen de tenen zitten zwemvliezen. Hierdoor kunnen de otters zich uitstekend in het water voortbewegen. De staart is enigszins afgeplat en taps toelopend. De oorschelpen zijn klein en kunnen evenals de neusgaten bij het duiken worden afgesloten. De vacht van de otter is waterafstotend. Op de kop van de otter zitten bundels tastharen, waaronder de snorharen.
|